7 zekerheden uitzendkrachten
Uitzendwerk biedt uitzendkrachten de gewenste zekerheid. Sterker nog, uitzendwerk biedt van alle flexvormen de meeste zekerheid volgens de werkgeversbond. Uitzendkrachten kunnen volgens de ABU bogen op zeven zekerheden:
- Uitzendwerk is geborgd in wet- en regelgeving en in de CAO voor Uitzendkrachten; daarin zijn rechten en arbeidsvoorwaarden goed geregeld en is voor de opdrachtgever helder hoe de arbeidsrelatie eruitziet.
- Daarnaast krijgen uitzendkrachten vanaf de eerste dag dat zij bij een opdrachtgever aan de slag gaan, hetzelfde salaris als werknemers in een vergelijkbare functie (inlenersbeloning).
- Uitzendkrachten bouwen voorts pensioen op wanneer zij minimaal 21 jaar oud zijn en ten minste 26 weken hebben gewerkt voor een uitzendorganisatie
- Bij ziekte wordt het loon van een uitzendkracht doorbetaald; het salaris of de ziektewetuitkering wordt in het eerste jaar aangevuld tot 91% en in het tweede jaar tot 80%
- Uitzendkrachten hebben toegang tot scholin; 13% van de uitzendkrachten volgt een opleiding (tegen 15% van de mensen met een flexibel contract). In 2020 moet dit percentage liggen op 20%.
- Uitzendkrachten kunnen een hypotheek krijgen; via een perspectiefverklaring kan een uitzendkracht (als hij minimaal een jaar voor hetzelfde uitzendbureau werkt) een hypotheek met NHG-garantie aanvragen.
- Uitzendkrachten hebben een grotere werkzekerheid (dan bij andere vormen van flexibel werk; uitzendkrachten kunnen terugvallen op het werkgeversnetwerk van de uitzendorganisatie. Uitzendwerk biedt een duurzame opstap naar werk; 75% van de uitzendkrachten die werkloos worden is binnen een jaar weer aan de slag.